WIE ONTWIKKELDE DEZE TECHNIEK
Tom Bowen ontwikkelde deze techniek in Australïe in de jaren vijftig. Hij behandelde regelmatig meer dan 13000 patiënten per jaar. Hierdoor geattendeerd gaven de Australische autoriteiten opdracht om zijn werk te bestuderen en kwamen tot de conclusie dat Bowen in 85% van de gevallen succes oogstte. Hij moest dikwijls maar 1 of 2 behandelingen toepassen om aanslepende problemen op te lossen.
Hij gaf zijn techniek door aan Oswald Rentsh die het op zijn beurt verder ontwikkelde over heel de wereld na Toms dood in 1986.
WAT MAG JE VERWACHTEN VAN EEN BEHANDELING?
Elke behandeling duurt ongeveer een uur. De eerste ontmoeting en behandeling vragen een beetje meer tijd.
Tijdens de behandeling ligt u op een behandelingsbank waarbij de therapeut licht aanrakende bewegingen uitvoert in een bepaalde opeenvolging. Na elke groep van bewegingen worden telkens enkele minuten pauze ingelast zodat het lichaam de tijd krijgt om te reageren en zich aan te passen aan de impuls die juist werd gegeven. Het komt vaak voor dat de cliënt warmte, tinteling of koude voelt nadat de therapeut de bewegingen heeft uitgevoerd en de kamer heeft verlaten voor een pauze.
Bij deze therapie wordt geen manipulatie of kracht toegepast. Het is, zoals door de meeste cliënten ook wordt opgemerkt, een uiterst zachte en relaxerende therapie.
Het komt regelmatig voor dat men gedurende of na de behandeling emotioneel reageert wat illustreert hoe krachtig deze zachte aanrakingstherapie kan zijn.
De meeste acute problemen zoals sportblessures zijn dikwijls opgelost in 3 of 4 behandelingen. Ook bij chronische problemen zoals astma of fibromyalgie zien we opmerkelijke verbeteringen na 3 of 4 behandelingen. Deze kunnen echter wel nog een zestal bijkomende wekelijkse behandelingen vragen.